► Eerdere publicaties...
2016 — Least Concern (LC)
2015 — Least Concern (LC)
2013 — Least Concern (LC)
2012 — Least Concern (LC)
2009 — Least Concern (LC)
2008 — Least Concern (LC)
2006 — Least Concern (LC)
2004 — Not Recognized (NR)
2000 — Not Recognized (NR)
1994 — Not Recognized (NR)
1988 — Unknown (LR/LC)
Roofvogel informatie
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
Populatie trend van deze soort is stabiel.
Circaetus pectoralis heeft geen ondersoorten (monotypisch).
Afmetingen en gewichten: Lengte : 63 - 71 cm Spanwijdte : 160 -
185 cm Gewicht : (M) circa 1180 - 2260 gram / (V) circa 1200 - 2300
gram
Kenmerken: Deze roofvogel heeft krachtige onbevederde poten met
korte tenen, die door een gesloten schubbenpantser zijn beschermd tegen
slangenbeten. De borststreek is wit. De grote kop is voorzien van gele
ogen.
Vlucht:
Habitat: De zwartborstslangenarend heeft een groot verspreidingsgebied dat reikt
van het oosten van Soedan en Ethiopië tot in Zuid-Afrika. Ze zeilen vaak
rond boven onbegroeide hellingen in het heuvelland, waarbij ze soms staan
te bidden.
Geluid:
Voedsel: De zwartborstslangenarend eet vooral slangen, maar ook
hagedissen, vogels, vleermuizen en vissen staan op het menu.
Voortplanting: Het vrouwtje legt één enkel ei en bebroedt dit 48
dagen. Het jong wordt door beide ouders gevoerd, zelfs nog tot 6 maanden
na het uitvliegen.