Aegolius ridgwayi (Alfaro, 1905)
Orde | Familie | Genus |
Strigiformes | Strigidae | Aegolius |
![]() |
Southern Saw-whet Owl | ![]() |
Nyctale immaculée |
![]() |
Ridgwaykauz | ![]() |
Civetta del Ridgway |
![]() |
Wlochatka bialolica | ![]() |
|
![]() |
Brun pärluggla | ![]() |
Mochuelo Moreno |
![]() |
Hvidbrynet Perleugle | ![]() |
Бесполосый мохноногий сыч |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
![]() |
De populatie trend van deze soort is stabiel. |
![]() |
Aegolius ridgwayi heeft 3 ondersoorten: - Aegolius ridgwayi ridgwayi - Aegolius ridgwayi tacanensis - Aegolius ridgwayi rostratus |
![]() |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 18 - 20 cm Spanwijdte : - cm Gewicht : (M) - gram / (V) - gram |
![]() |
Kenmerken: De snavel van de Ridgeways zaaguil is zwart. Ogen zijn geel. Gezichtsschijf (cirkel van veren rond de ogen) bruin, met een centraal gebied duidelijker en met witte randen. Rug roodbruin. Gezicht roodbruin, donkerder aan de buitenkant, omgeven door een dunne witte gezichtsschijf. Underparts bruin. Met witte aftekeningen op vleugels en soms staart. |
![]() |
Vlucht: |
![]() |
Habitat: Deze nachtelijke vogel broedt in open bergbossen, zowel in het nevelwoud als in het hoger gelegen eikenbos. |
![]() |
Geluid: |
![]() |
Voedsel: De Ridgeways zaaguil voedt zich met muizen, eekhoorns, vleermuizen en kleine vogels, soms kikkers en waarschijnlijk ook insecten. |
![]() |
Voortplanting: Er is bijna niets bekend over hun voortplanting. Er is geen nest beschreven, maar legt in maart tussen de 5 en 6 eieren, waarschijnlijk met behulp van een spechtennest. |
![]() |
Overige: |