Torgos tracheliotos (Forster, 1791)
Orde | Familie | Genus |
Accipitriformes | Accipitridae | Torgos |
![]() |
Lappet-faced Vulture | ![]() |
Vautour oricou |
![]() |
Ohrengeier | ![]() |
Avoltoio orecchiuto |
![]() |
Sep uszaty | ![]() |
Abutre real |
![]() |
Afrkansk örongam | ![]() |
Buitre oricu |
![]() |
Øregrib | ![]() |
Африканский ушастый гриф |
DD | LC | NT | VU | EN | CR | EW | EX |
Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken
![]() |
Populatie trend van deze soort neemt af. Er leven naar schatting 5.700 volwassen exemplaren in het wild. |
![]() |
Torgos tracheliotus is gesplitst in 2 soorten: - Torgos tracheliotus Torgos tracheliotus tracheliotus Torgos tracheliotus nubicus - Torgos negevensis |
![]() |
Afmetingen en gewichten: Lengte : 108 cm Spanwijdte : 280 cm Gewicht : (M) 5400 - 9400 gram / (V) 5400 - 9400 gram |
![]() |
Kenmerken: Deze bijzondere grote gier maakt in vlucht op grote afstand een zeer donkere indruk. Kenmerkend is dat de vleugels in zweefvlucht horizontaal gehouden worden. Van nabij herkent men de onbevederde kop en voorhals, de enorme snavel en donkere lengte strepen op de witte onderzijde van het lichaam. De Oorgier kan met de Monniksgier worden verward; vooral jonge vogels van beide soorten lijken veel op elkaar. Jonge Oorgieren zijn echter iets lichter. Adulte oorgieren zijn te onderscheiden van de effen donkere Monniksgieren aan de witachtige vlekken op de borst en de lichte bevedering van de schenen. |
![]() |
Vlucht: |
![]() |
Habitat: De Oorgier leeft in steppen, woestijngebieden en gebergten, waar hij nestelt in alleenstaande grote bomen met vlakke kruin. Een voorwaarde is dat in de buurt veen en huisdieren gehouden worden, zodat er regelmatig kadavers te vinden zijn. |
![]() |
Geluid: Deze soort is meestal stil, afgezien van sissende, blazende en grommende geluiden tijdens confrontaties bij een kadaver. |
![]() |
Voedsel: De Oorgier is een aaseter en vindt zijn prooi met zijn uitstekende gezichtsvermogen. Vrijwel alle andere gieren en verwante condors hebben juist een uitstekend reukvermogen, dat bij de Oorgier echter ontbreekt. Zoals vrijwel alle gieren heeft ook de Oorgier een kale kop, een gevederde kop zou binnen korte tijd doordrenkt zijn met bloed en andere lichaamssappen vanwege de aasetende levenswijze. De Oorgier is vooral een straatveger, voedt zich met aas, huid, botten en scherven van grote karkassen. Dominant naar andere gieren als deze honger heeft. |
![]() |
Voortplanting: Monogaam. Nesten als eenzaam paar in afgeplatte, stekelige bomen. Bouwt een groot platform van stokken bekleed met gras. Bevat een enkel ei in het droge seizoen, beginnend tussen oktober - december, afhankelijk van de regio. Broedduur ongeveer 55 dagen; vliegvlug na ongeveer vier maanden. |
![]() |
Overige: |
![]() |
Leefgebied: Angola, Benin, Botswana, Burkina Faso, Kameroen, Tsjaad, Kongo, de Democratische Republiek der; Ivoorkust, Djibouti, Egypte, Equatoriaal-Guinea, Eritrea, Ethiopië, Gambia, Kenia, Malawi, Mali, Mauritanië , Mozambique, Namibië, Niger, Oman, Palestijnse Gebieden, Bezette; Rwanda, Saudi-Arabië, Senegal, Somalië, Zuid-Afrika, Soedan, Swaziland, Tanzania, Verenigde Republiek, Oeganda, Verenigde Arabische Emiraten, Jemen, Zambia, Zimbabwe. |