Nieuwsbericht | 
	  24-02-2017
Blauwe kiekendieven broeden nauwelijks nog
	  GRONINGEN - Met twee vrienden loop ik een 
	  ronde door de Onlanden. Dat zijn de voormalige landbouwgronden ten 
	  zuidwesten van Groningen die na jarenlang gesoebat met boeren zijn 
	  veranderd in een zompig terrein om overtollig water op te vangen. Het 
	  waren altijd al laaggelegen en daardoor vochtige gronden, niet geschikt 
	  voor intensieve landbouw en één van ’s lands hotspots voor weidevogels. Er 
	  broedden zelfs wulpen en de dichtheid aan veldleeuweriken was de hoogste 
	  van het land. Voor weidevogels zijn de Onlanden minder geschikt geworden, 
	  al zien en horen we onze eerste veldleeuweriken dit jaar.
We voelen ons 
	  meteen lenteachtig vrolijk. Het is een fraai gebied, met bijzondere 
	  moerasvogels, vooral ’s zomers. Nu jagen er 
	  
	  blauwe kiekendieven (Circus 
	  cyaneus) over de vlakte.
   
	  
	  
We bekijken ze goed, want hier woont sinds een paar jaar ook een 
	  
	  steppekiekendief uit Oost-Europa. Of het een asiel- of gelukszoeker is, 
	  weet ik niet, misschien wel allebei, desondanks wordt hij niet het land 
	  uitgezet. Maar wij zien geen steppekiek, wij zien alleen blauwe kieken. 
	  Ook prachtig. Kiekendieven zijn de elegantste roofvogels die ik ken.
	  
Kiekendieven jagen door laag tegen de wind in te vliegen. Tussen het 
	  klapwieken door zweven ze, waarbij ze hun lange, slanke vleugels in de 
	  vorm van een ‘V’ houden. Ze speuren de bodem af op veldmuizen en andere 
	  kleine dieren en houden de lucht in de gaten op argeloze vogels. Behalve 
	  extreem scherpe ogen hebben ze een onwaarschijnlijk scherp gehoor. Ze 
	  hebben relatief grote oorgaten en de veren op hun ronde kop fungeren als 
	  oorschelp. Ze schijnen hun veertjes zelfs te kunnen draaien om er een 
	  optimale paraboolantenne mee te vormen.
Ze horen even goed als een 
	  uil en kunnen op het gehoor een muis pakken. Dan draaien ze zich 
	  bliksemsnel om en laten ze zich door de plotselinge rugwind op hun prooi 
	  zwiepen. Blauwe kiekendieven broedden in Nederland op heiden, in moerassen 
	  en in de duinen. Op de Waddeneilanden hielden ze het het langst vol. Nu 
	  broeden ze nauwelijks nog bij ons. Wij zien wintergasten - 
	  seizoensmigranten uit het buitenland.
(bron: Trouw.nl)