Nieuwsbericht | 
	  5-10-2016
Roofvogeltrek in Georgië
	  Voor het vijfde jaar op rij worden er in de kuststrook bij de Georgische 
	  havenstad Batumi systematisch roofvogels geteld. 
	  Elk jaar trekken daar honderdduizenden roofvogels voorbij. Op hun route 
	  naar het zuiden samengeperst in de smalle corridor tussen de Zwarte Zee en 
	  de bergen van de Kaukasus.
In 2008 richtte de Belgische student Brecht 
	  Verhelst samen met een stel vrienden de Batumi Raptor Count op met als 
	  doel precies in kaart te brengen wat daar zoal voorbij komt vliegen elk 
	  jaar. De telpost loopt als een speer en inmiddels is werkterrein van de 
	  BRC aanzienlijk uitgebreid.
   
	  
Onderweg naar het zuiden
Geluidloos 
	  zweven ze voorbij: duizenden roofvogels onderweg naar het zuiden. De enige 
	  vogels die je wel hoort, zijn de sperwers die buurman Gela Dilaverovi deze 
	  week heeft gevangen. Ze worden net gevoerd. De lucht boven het dorpje 
	  Saghalvasho is ingedeeld in vijf zones. Iedere teller neemt een deel voor 
	  zijn rekening en als de vogels de denkbeeldige lijn van de Zwarte Zee naar 
	  de heuvels passeren, gaan ze de boeken in. Het is een geoliede 
	  administratieve operatie. Een paar tellers ‘doen’ de bulksoorten 
	  zoalsWespendieven tijdens roofvogeltrek Georgië wespendief, steppebuizerd 
	  en zwarte wouw. Die komen in zulke enorme aantallen voorbij dat er een 
	  telmachientje wordt gebruikt. Eén klik is meestal één vogel, maar als het 
	  erg druk is – en dat gebeurt vaak genoeg – dan staat één klik voor tien 
	  vogels tegelijk.
Andere waarnemers inventariseren de rest: arenden, 
	  kiekendieven en een paar soorten die niet tot de roofvogelfamilie behoren, 
	  zoals scharrelaar en zwarte ooievaar. Af en toe komt er iets voorbij 
	  waardoor iedereen even uit zijn tellers-trance wordt gehaald. Een 
	  Aziatische wespendief of, zoals laatst, een shikra, een sperwersoort die 
	  nieuw is voor de telpost. In de vijf jaar dat er nu systematisch wordt 
	  geteld zijn er 36 verschillende roofvogelsoorten waargenomen, dat zijn 
	  bijna alle soorten die voorkomen in wat het West-Palearctische gebied 
	  wordt genoemd.
	  
	  Vijf jaar is kort
Tweeënhalve maand lang wordt er dagelijks geteld, van ’s morgens vroeg tot 
	  laat in de middag. De handcomputer van de tellers stroomt vol met 
	  gegevens: aantallen, verhouding jong/volwassen, zoveel vrouwtjes, zoveel 
	  mannetjes. Iets over groepsgedrag van dwergarenden. Hoewel vijf jaar 
	  tellen in wetenschappelijke zin betrekkelijk kort is, zijn er al wel een 
	  paar conclusies te trekken. Zo is duidelijk geworden dat er in het gebied 
	  veel meer roofvogels voorkomen dan werd aangenomen. Tellingen in de 
	  broedgebieden zijn bijzonder lastig, maar als je de vogels telt als ze met 
	  z’n allen langs de stempelpost komen, dan kun je vrij simpel een accurate 
	  schatting maken.
   
	  
Verlies broedbiotoop
Op grond van de tellingen 
	  is inmiddels ook vast komen te staan dat het met een soort als de 
	  steppekiekendief buitengewoon slecht gaat. Dat heeft mogelijk te maken met 
	  verlies aan broedbiotoop en problemen in de overwinteringgebieden, maar 
	  ook met de jacht onderweg. Ornithologen zijn namelijk niet de enigen die 
	  die massa’s voorbij trekkende roofvogels hebben opgemerkt. Net achter de 
	  telpost hebben zich tientallen jagers verschanst in de heuvels. Als het 
	  slecht weer is en de vogels laag overkomen, worden ze met tientallen uit 
	  de lucht geknald. Vooral wespendieven en steppebuizerds zijn gewild om hun 
	  vlees, maar ook andere roofvogels worden geschoten, gewoon omdat het kan. 
	  De BRC is daarom een voorlichtingsprogramma gestart op scholen in de buurt 
	  van Batumi. Beter 10 vogels in de lucht dan 1 op de grond, zo ongeveer 
	  klinkt de boodschap. Uiteindelijk ben je beter uit als je de natuurlijke 
	  rijkdom van hun land op een duurzame manier exploiteert. Bijvoorbeeld door 
	  toeristen naar Georgië te lokken. In een dorp als Saghalvasho lukt dat al 
	  heel aardig. De aanwezigheid van de telpost van de BRC heeft al voor heel 
	  wat overnachtende ecotoeristen gezorgd. En de verwachting is dat dat 
	  aantal de komende jaren nog zal toenemen nu steeds meer mensen het 
	  spektakel van de massale migratie langs Batumi leren kennen en waarderen.
	  
Foto's: Roel Pauw/Batumi Raptor Count
(bron: 
	  Vroegevogels.Vara.nl)