HOME
Oosterse dwergooruil - Otus sunia

Oosterse dwergooruil

Otus sunia

Nederlands OOSTERSE DWERGOORUIL

Otus sunia (Hodgson, 1836)

Taxonomie

Rijk Stam Klasse Orde Familie Genus
Animalia Chordata Aves Strigiformes Strigidae Otus
English Oriental Scops-owl Français Petit-duc d'Orient
Deutch Orient-Zwergohreule Italiano Assiolo orientale
Polish Syczek indyjski Português Mocho d'orelhas oriental
Svenska Orientdvärguv Español Autillo Oriental
Dansk Bleg Dværghornugle Russkiy Восточная совка

Synonym(s):
-

Status IUCN Redlist

DD LC NT VU EN CR EW EX
Laatste IUCN publicatie update: 2021
► Eerdere publicaties...
2016 — Least Concern (LC)
2015 — Least Concern (LC)
2012 — Least Concern (LC)
2009 — Least Concern (LC)
2008 — Least Concern (LC)
2004 — Least Concern (LC)
2000 — Unknown (LR/LC)
1994 — Unknown (LR/LC)
1988 — Not Recognized (NR)

Uilen informatie

Onder andere trends, afmetingen en gewichten, habitat, uiterlijke kenmerken

Populatie trend De populatie trend van deze soort is stabiel.

Ondersoorten Otus sunia heeft 9 ondersoorten:
- Otus sunia sunia
     Otus sunia sunia sunia
     Otus sunia sunia khasiensis
- Otus sunia malayanus
- Otus sunia rufipennis
- Otus sunia leggei
- Otus sunia modestus
- Otus sunia distans
- Otus sunia nicobaricus
- Otus sunia stictonotus
- Otus sunia japonicus

Afmetingen en gewichten Afmetingen en gewichten:
Lengte : 18 - 21 cm
Spanwijdte : - cm
Gewicht : 75 - 95 gram

Kenmerken Kenmerken:
Net als andere dwergooruilen heeft de Oosterse dwergooruil kleine plukjes kop of oren. De ogen zijn geel, de snavel is zwart. Op de schouderveren zijn er zwartgerande, witachtig bruine vlekken, vleugels en staart zijn gestreept met lichte en donkere banden. De poten zijn gevederd tot aan de basis van de grijsbruine tenen en hebben zwartbruine klauwen. Er komen drie kleurineg voor. De rode morph is roodbruin aan de bovenzijde, licht aan de onderzijde en dof geelachtig tot wit naar de buik toe. De grijsbruine en roodgrijze morphs zijn veel meer gevlekt en aan de bovenkant gestreept. De gezichtsschijf is witachtig of bleekgeel en de ogen zijn oranje of bruin.

Vlucht Vlucht:

Habitat Habitat:
De Oosterse dwergooruil geeft de voorkeur aan loof- en gemengd bos, niet ongewoon in open groenblijvende bossen. Ook in oeverbossen, boomgaarden en parken; in India ook bosjes en rond nederzettingen of landbouw.

Geluid Geluid:
Klik hier voor afspelen geluidsfragment  (© Stanislas Wroza).

Voedsel Voedsel:
De Oosterse dwergooruil voedt zich voornamelijk met insecten en spinnen, verder kleine gewervelde dieren zoals knaagdieren en vogels. Foerageert langs open plekken op de grond en in het bladerdak.

Voortplanting Voortplanting:
De Oosterse dwergooruil nestelt in een boomholte, gat in een muur of een nestkast. Het legselgrootte is 3 tot 6 eieren die ongeveer 25 dagen worden geïncubeerd.

Overige Overige:

Voorkomen in de wereld

Voorkomen in de wereld

Verspreiding Aanwezig (inheems) - Extant (resident):
Bangladesh; Bhutan; Cambodja; China; Indië; Lao Democratische Volksrepubliek; Birma; Nepal; Pakistan; Singapore; Sri Lanka; Taiwan, provincie China; Thailand; Vietnam

Aanwezig (broedgebied) - Extant (breeding):
Japan; Korea, Democratische Volksrepubliek; Korea, republiek van; Russische Federatie (Oost-Aziatisch Rusland)

Aanwezig (geen broedgebied) - Extant (non-breeding):
Indonesië; Maleisië

Aanwezig & Migrerend - Extant & Vagrant:
Hongkong; Verenigde Staten

FOTOGALERIE

 


Oosterse dwergooruil - Otus sunia
Oosterse dwergooruil - Otus sunia







INGEZONDEN FOTO'S

Filter: